Magische regels
Alice Hoffman

‘Driehonderd jaar gelden geloofden mensen in de duivel. Als een incident niet kon worden verklaard, geloofden ze dat de oorzaak iets verdorvens was, en die oorzaak was vaak een vrouw van wie gezegd werd dat ze een heks was. Vrouwen die den waar ze zin in hadden, vrouwen met bezittingen, vrouwen die vijanden hadden, vrouwen die minnaars namen, vrouwen de de mysteries van bevallen konden doorgronden, ze waren allemaal verdacht, vooral voor de vurigste, wreedste rechter in de omgeving, John Hathorne, een man die zo verschrikkelijk was dat zijn achterachterkleinzoon, de schrijver van De rode letter, zijn eigen afkomst probeerde te verloochenen door de spelling van zijn naam te veranderen.’

Toen Hathorne het meisje Maria Owens ontmoette werd hij verliefd. Maar hij was al getrouwd. Foute boel dus, waar Maria de schuld van kreeg. Zij had hem immers betoverd, letterlijk.
Hun nakomeling legde de grondslag van een familie waarin velen bijzondere krachten hadden. Maar zij waren ook vervloekt: verliefd worden kon niet, dat zou gegarandeerd verkeerd aflopen.

In de jaren zestig van de vorige eeuw woont er een gezin Owens, nazaten van Maria, in New York. Susanna probeert haar kinderen te waarschuwen. Ze mogen niet wandelen bij maanlicht, geen rode schoenen of zwarte kleding dragen, geen katten of kraaien houden, en geen boeken over magie lezen. En het allerbelangrijkste: nooit, maar dan ook nooit verliefd worden.
Het loopt fout natuurlijk: als Franny, de oudste achttien zal worden, krijgt ze een uitnodiging van hun tante Isabel. Wat hun moeder ook zegt: ze gaat naar Massachusetts en haar zus Jet en broer Vincent gaan met haar mee.

’Isabel zal jullie verrassen, ’zei Susanna tegen hen. ‘Jullie krijgen tests als jullie ze totaal niet verwachten. Jullie denken dat niemand jullie inde gaten houdt, maar ze is zich bewust van alles wat jullie doen. En jullie moeten beloven dat jullie bij me terugkomen,’ zei ze in tranen.’

De kinderen beloven het, maar inderdaad is het leven dat ze die zomer bij Isabel leiden een verrassing. Ook al omdat ze er een nicht, April, ontmoeten van wie ze het bestaan niet kenden.

Ze doen er precies alles waarvoor hun moeder hen probeerde te waarschuwen. Een kraai en een kat komen op hun pad, Vincent kent het boek ‘De magiër’ zowat van buiten, en de liefde? Ach, de liefde…alle drie krijgen ze er mee te maken, en nee, dat gaat niet altijd goed. (Maar dat zou misschien ook niet goed gegaan zijn in een leven zonder magie?)

De titel  ‘Magische regels’ is de enige juiste. Er zijn de regels waarnaar de drie kinderen Owens zouden moeten leven – wat ze niet doen – en er zijn letterlijk magische regels: er komt zoveel magie voor in het verhaal, bijna iedere regel bevat een verwijzing!
Gedachten lezen, zwarte katten, de toekomst zien, drankjes en poedertjes maken, ze zijn alle drie heksen. En aangezien er sprake is van een eeuwenoude vloek, gaat alles gepaard met tragische gebeurtenissen. Franny, Jet en Vincent weigeren mee te gaan in de vloek en moeten hun eigen weg vinden. En daarin zijn ze net zo normaal als ieder mens.

John Hathorne (1641-1717) was koopman en magistraat van de Massachusetts Bay Colony en Salem, Massachusetts. Hij is bekend voor zijn vroege en vocale rol als een van de leidende rechters in de Salem heksenprocessen.
De familie Owens heeft evenwel geen rol gespeeld in de geschiedenis maar is uit de duim van Alice Hoffmann gezogen. Dat mevrouw Hoffman dat goed kan, weten we al wel.

Alice Hoffman (1952, New York City) schrijft niet alleen romans maar ook verhalenbundels en kinderboeken. Haar boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald en in meer dan honderd landen uitgegeven. ‘Magische Praktijken’ (1995), eveneens een verhaal over de familie Owens, is verfilmd.

ISBN 9789492086921 | hardcover | 320 pagina's | Uitgeverij Orlando | februari 2019
Vertaald uit het Engels door Saskia Peterzon-Kotte

© Marjo, 17 april 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

De onverwachte rijkdom van Altena
Jan van Mersbergen 

’Er staat een Chinees voor de cafetaria.’

Die zin, uitgesproken door haar zoon, spreekt tot de verbeelding van Marlies. Ze is dol op taal, en zal haar verhaal doorspekken met cryptogramvraagstukken. Maar dit is geen puzzel uit de krant of een boekje, het is het echte leven.
Daarmee is het begonnen, bedenkt Marlies, als ze geruime tijd na alle gebeurtenissen met haar echtgenoot Frank en hun zoon Willem hoog in de bergen van Grenoble zit.
Die vreemde man, in een dorp waar nooit iets gebeurt. Een man met een briefje in de hand. En Frank die nieuwsgierig is maar ook zijn hulp aan wil bieden.

De man geeft Frank het briefje. Rochat staat er op, en een adres. Maar Frank wist nog helemaal niet dat die man overleden was. Maar daarvoor is de vreemdeling in het dorp, de vreemdeling die helemaal geen Chinees is, maar een Japanner. Met de naam Murakami. Hij geeft Frank een vreemde boodschap: ‘verspeelde vis wordt steeds vetter’.

‘Rochat, die heb ik echt jaren niet gezien, en Frankie ook niet. Dat was mijn eerste gedachte toen hij me later die dag over die Chinees en over Rochat vertelde. Misschien kon hij de deur van zijn sjieke huis niet meer uit. Misschien was hij al jaren ziek, je weet niet wat ouderdom soms brengt. Mijn tweede gedachte ging verder terug in de tijd en is simpeler: Rochat, de man die ons de zomer afpakte. Midden in onze jeugd, onze glory days. Op mijn vijftiende waren die er nog: de zomer aan de Put, de zandafgraving in onze polder die vol water liep en een prachtig meer werd. Op m’n zestiende was dat allemaal in één klap weg, door die oude Rochat.’

Vanaf dat moment was het dorp een idylle kwijt. Het gebied werd ineens omheind en bewaakt. Met Rochat viel niet te praten, en hij werd een paria in zijn eigen woonst. Wel een rijke paria…

Rochat had een dochter, Eveline, een bekend schrijfster. Ooit had ze een relatie met Frank en was ze bevriend met Marlies. En Marlies besluit naar de begrafenis te gaan. Frank geeft toe. Hij gaat mee. Ook Willem gaat mee. Hij is aan zijn benen gehandicapt – een behandeling wordt niet vergoed en is dus te duur - en daardoor vond de schooldirecteur het ‘te lastig’ om hem op school te onderwijzen. Dat doet Marlies dus thuis.

Eveline benadert hen: of Frank de Japanner de Put wil laten zien?
Wat zit er achter als zij weer snel uit het dorp vertrekt en Frank de sleutel van de Put toevertrouwt en hem vraagt het terrein te beheren? Is het vanwege het verleden? Of omdat Frank ‘in vijvers zit’?

En dan verandert diezelfde Put hun hele wereld. Hoe gaan ze om met hun geheim? Houden ze het voor zichzelf of laten ze het hele dorp er in delen?


De roman speelt zich af rondom de Put in Almkerk, waar Jan als opgroeiende tiener graag vertoefde.
Het is een sprookjesachtig verhaal waarin actuele problemen aangekaart worden. De overheersende macht van een landeigenaar. Het probleem van Willem. En natuurlijk de gevolgen van het geheim, ‘de onverwachte rijkdom’.
Van Mersbergen is geen schrijver die zich bedient van gezwollen taal. Recht toe recht aan vertelt hij een op het oog eenvoudig verhaal, dat de lezer toch wel aan het denken zet. Ook tekent hij het dorpsleven, van dertig jaar geleden, en nu.

Mooi in al zijn eenvoud.

ISBN 9789059368408 | paperback | 320 pagina's | Uitgeverij Cossee | april 2019

© Marjo, 7 april 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Het laatste geschenk van Paulina Hoffmann
Carmen Romero Dorr

Berlijn. Het is augustus 2016.
Alicia staat voor de deur van nummer 14B in de Kastanienallee met een sleutel in haar hand. Ze is hier nog nooit geweest en heeft geen idee wat ze binnen zal aantreffen. Haar oma Paulina heeft haar dit appartement nagelaten, terwijl niemand van de familie er zelfs maar van op de hoogte was dat Paulina een woning in Berlijn had! Ze woonde immers in Spanje!
Alicia vindt het spannend. Wat  voor geheimen had haar oma? Wat zal ze binnen aantreffen? Niet veel: er staan wat meubels, maar er ligt geen briefje, geen verklaring. Ze heeft gepland er twee weken te blijven, en ze heeft een afspraak staan met de broer van haar vriendin, dus ze pakt haar koffer uit en slaat wat voedsel in.
Als ze een dag later een fotoalbum op tafel ziet liggen terwijl ze zeker weet dat die er eerder niet lag, slaat de schrik haar om het hart! Iemand anders heeft een sleutel van datzelfde appartement!
Ze neemt onmiddellijk haar intrek in een hotel, maar zo krijgt ze geen antwoord op haar vragen…

Waarom heeft haar oma haar nooit iets verteld? Natuurlijk weet Alicia wel dat Paulina uit Duitsland afkomstig is, maar van haar verleden weet ze verder niet veel. Foto’s heeft ze gezien, maar daar is het bij gebleven.

De lezer weet meer. Paulina was een kind van zes jaar toen de onlusten die voorafgingen aan de Tweede Wereldoorlog uitbraken. Haar vader had een dokterspraktijk, samen met Löwe, een joodse arts. Diens dochter Ana, even oud als Paulina, was haar allerbeste vriendin en ze woonden ook nog in dezelfde straat. Maar de families raakten gescheiden door de gebeurtenissen.
Onwetend van Ana’s lot vertrokken Paulina en haar moeder na de oorlog naar Spanje waar haar moeder een zus had. Haar vader is omgekomen in Rusland, haar broertjes zijn evenmin ooit teruggekomen.
Paulina heeft haar twee kinderen ook nauwelijks iets over haar verleden verteld. Om de raadsels op te lossen moet Alicia naar Berlijn. Daar moeten antwoorden liggen.

Het verhaal verspringt herhaaldelijk in de tijd. Er is het heden, en het recente verleden, maar ook de jaren van de oorlog met een sprong naar de jaren vijftig, om het levensverhaal van Paulina te kunnen vertellen. Aan het einde valt alles op zijn plek.
 
Naast dit aangrijpende verhaal dat gebaseerd is op ware feiten is er nog het verhaal over het leven van de grootmoeder en de kleindochter, waarbij je je kan afvragen of daar meer achter zit dan boekvulling. Moeten we de beslissingen die de vrouwen nemen nog moeten opvatten als een gevolg zijn van de oorlog? Echt overtuigend is dat niet.
Paulina en haar kleindochter zijn evenwel allebei vrouwen die te maken krijgen met tegenslag en die hun best doen de kracht te vinden om gelukkig te kunnen worden.

Al zijn dit soort verhalen vaker verteld, ze blijven de moeite waard. De schrijfster hoorde de familieverhalen toen ze een kind was. Haar grootouders verhuisden vanuit Duitsland naar Spanje tijdens de Tweede Wereldoorlog.
En het leest als een trein! Als lezer wil je ook antwoord hebben op de vragen, die Alicia zich stelt. De schrijfster stelt je geduld danig op de proef door de afwisseling van personen en tijd.
Dit is een verhaal voor de liefhebbers van ‘Haar naam was Sarah’. Het is het debuut van de Spaanse schrijfster Carmen Romero Dorr (1981)

ISBN 9789026346446 | Paperback | 328 pagina‘s | Uitgeverij Ambo Anthos | februari 2019
Uit het Spaans vertaald door Fennie Steenhuis

© Marjo, 6 april 2019

Lees de reactie op het forum en/of reageer. Klik HIER

Het hele leven in één keer
Keith Stuart

‘Oké, zal ik nog meer snacks en dvd’s voor je halen? Er kunnen ook vriendinnen komen logeren. We kunnen allemaal zitzakken neerzetten en de woonkamer versieren met lakens en kerstlichtjes.’
‘Ik ben geen negen meer!’ schreeuw ik. ‘Ik ga gewoon wat hangen en stripboeken lezen.’
Hij blijft me urenlang omhelzen.
‘Heel verstandig,’ zegt hij. ‘Zo ken ik je weer.’
Heel verstandig? Zo kent-ie me? Goed. Zodra hij weg is, sms ik Daisy.
Ik druk als een dolle op de knopjes: Ja, ik ga mee naar de club. Het is gewoon een avondje uit met mijn vriendinnen. Zulke dingen moet ik vaker doen. Ik moet een beetje opstandig worden.’

Een roman over een normale opstandige puber, die er van profiteert dat haar vader haar alleen laat. Dat lijkt zo. Want Hannah is geen gewone puber. En Tom geen gewone vader. Tom is ondanks alle problemen in zijn leven een positief denkende man. Logisch misschien als je theatermaker bent, en het doel van je leven is om mensen te vermaken!  Maar het leven lijkt hem nu toch te pakken te krijgen. Het theater dat hij zo enthousiast uitbaat in het Engelse Somerset krijgt te kampen met tegenslag waardoor de gemeente haar kans ziet. Die wil op de plek van het Willow Tree Theater graag gaan bouwen.


‘Jij bent niet de enige die het gevoel heeft dat hij wordt uitgewist,’ zeg ik.
Hij draait zich naar me om. ‘Ben je bang?’ vraagt hij.
Zijn ogen zijn groot als planeten. De wind speelt met de schommels achter ons.
‘Pff, weet ik veel, ‘zeg ik lachend. ‘Het is het leven maar. Fuck it‘


Op het thuisfront naderen donkere wolken. Al vanaf haar vijfde jaar weten Tom en Hannah dat zij ongeneeslijk ziek is en waarschijnlijk jong zal overlijden. Ze lijdt aan een hartkwaal. Nadat haar moeder hen in de steek gelaten had – niet geschikt voor het moederschap, vond ze – hebben Tom en Hannah een sterke band ontwikkeld, en hun beider leven staat in het teken van theater en de mensen die bij het Willow Tree betrokken zijn. Zo spelen zij ieder jaar een speciaal toneelstuk voor Hannah op haar verjaardag, gebaseerd op de sprookjes waar zij zo verzot op is. Maar dan wel de originele versies, niet de Disneyvariant. Hannah weet immers dat het leven hard is, en hoewel er misschien magie bestaat, sprookjes zijn toch niet echt. Niet voor haar. Nu nadert haar zestiende verjaardag en ze voelt zich helemaal niet goed, maar vertelt dat niet tegen Tom. Maar Tom vraagt zich natuurlijk wel af waarom zij ineens wil dat hij gaat daten.
Hannah zelf wordt ook verliefd, en dan is er naast de plannen van de gemeente ook nog een onheilstijding van de cardioloog.


Keith Stuart vertelt het aangrijpende verhaal met een gezonde portie humor. Hij geeft om en om het woord aan vader en dochter en laat hen het verhaal vertellen, ieder vanuit hun eigen gezichtspunt. Allebei worden ze geconfronteerd met een einde waarover ze hun eigen zorgen hebben maar die ze ook voor een groot deel delen.


Een verhaal dat gaat over hoop en over kracht putten uit een sterke band met mensen die om je geven. Maar ook over het gewone dagelijkse bestaan met school voor de een en werk voor de ander. Vriendschap, liefde, twijfels, onverwachte wendingen, het maakt het geheel tot een wervelend ontroerend verhaal, dat natuurlijk niet zomaar een aflopende zaak is.
Niet alleen toneel speelt een grote rol in dit verhaal. Er zijn veel verwijzingen naar literatuur, strips en natuurlijk sprookjes.
Naast Tom en Hannah zijn er ook interessante bijfiguren. Vooral de oudere actrice Margareth, die van die fantasieverhalen heeft over haar verleden, maar die wel de enige lijkt te zijn die begrijpt wat Hannah doormaakt. En de bedeesde ietwat contactgestoorde jongen op wie Hannah verliefd wordt, hetgeen haar hard confronteert met haar toekomst.

Keith Stuart (1971) is journalist en schreef eerder een roman over autisme "A boy made of blocks' (Nederlandse vertaling: "Blokkenjongen'*).


ISBN 9789402730500 | paperback | 416 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | januari 2019
Vertaald uit het Engels door Arthur Wevers

© Marjo, 3 april 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Het overgebleven kind
Rhiannon Navin


'Toen gingen de schuifdeuren weer open en kwam papa binnen. Ik was zo blij hem te zien! Ik wilde opstaan om naar hem toe te lopen, maar toen ik zijn gezicht zag, liet ik me snel weer zakken. Dat zag er helemaal niet uit als papa's  gezicht. Ik had een raar gevoel in mijn buik, net als wanneer ik heel blij ben, maar ik was niet blij, alleen maar heel erg bang.'


Als een jong kind onverwachts komt te overlijden zijn de nabestaanden in shock. Dat die dood het toedoen is van een ogenschijnlijk nietsontziende schutter die er alleen maar op uit was om zoveel mogelijk doden te maken, maakt alles nog erger. Op de waaromvraag is geen antwoord, en dat is voor volwassenen al niet te bevatten. Wat als je dan het jongere broertje bent van het slachtoffer? En er bovendien bij was, op dezelfde school?


De zesjarige Zach is met zijn klasgenootjes gered door een verstandige juf, die met hen in een kast kroop waar ze dicht op elkaar zaten, stil moesten zijn, en vanuit die plek de geluiden hoorden.


Pof-pof-pof…pof-pof-pof…


Hij zal zich er schuldig om voelen later, dat hij geen moment heeft gedacht aan zijn oudere broer, Andy, die een van de vijftien slachtoffers blijkt te zijn. Dat schuldgevoel is evenwel niet het ergste waar hij mee zit. Zelfs niet als hij beseft dat hij behalve bang, verdrietig en eenzaam eigenlijk ook een beetje blij is. Want Andy was helemaal niet lief voor hem. En als Andy er niet meer is, zullen er minder ruzies zijn, wordt het gezelliger in huis, denkt hij naïef. Niets is minder waar.


Het ergste is echter dat de bodem onder zijn leven weggevallen is, niets is meer hetzelfde. Zijn moeder is compleet van de kaart, en besteedt nauwelijks aandacht aan haar jongste 'overgebleven' zoon. Mede daardoor gaat het niet goed tussen zijn ouders, zodat ook zijn vader er te weinig is. Zijn beide oma’s en een tante zijn in huis, maar Zach wil zijn oude leven terug. Hij wil dat zijn moeder een slaapliedje voor hem zingt.
En natuurlijk mist hij zijn broer. Iedere dag gaat hij toch even kijken of die niet gewoon in zijn bed ligt en hen dan uit lacht. Hij weet wel dat dat niet kan, maar toch.
Ook snapt hij niet dat iedereen zegt dat Andy zo’n intelligente, veelbelovende jongen was. Dat was toch helemaal niet zo? Hij maakte iedere dag ruzie met iedereen!


En zo volgen we vanuit de wereld van een zesjarige - die een verbazend inzicht heeft in de wereld van de volwassenen om hem heen - hoe een gezin verscheurd raakt door de dood van de tienjarige Andy. Zach moet zijn eigen weg vinden in de rouw die ook hem treft. Eerst zit hij dagenlang in de kledingkast van zijn broer, waar hij ontdekt dat het helpt om zijn gevoelens een plek te geven op papier. 
Maar op een dag voelt hij daar de aanwezigheid van Andy niet meer. Hij moet iets anders verzinnen. Veel steun heeft hij aan een serie kinderboeken, over twee kinderen die het geluk zoeken (I.E. De magische boomhut van Mary Osborne).


Hij vindt een nieuw doel in zijn leven en komt zo op het pad dat zijn moeder ook ingeslagen is, maar dan met een heel ander doel. Zij is er op uit om de ouders van de dader voor de rechter te slepen.


‘Waarom is mama zo boos op de conciërge? Hij kan er toch niets aandoen dat zijn zoon al die kinderen heeft doodgeschoten’.


Het is absoluut niet makkelijk om zo overtuigend vanuit de wereld van een zesjarige te schrijven over een schokkende gebeurtenis als deze. Om zo in de schoenen te gaan staan van een jong kind dat een eigen weg moet zien te vinden met alle gebeurtenissen omdat niemand naar hem om kijkt.
Een kind dat heel goed ziet dat de volwassenen niet goed bezig zijn.
Rhiannon Navin heeft dat zeer goed gedaan, en dit is nog wel haar debuut!


Navin is geboren en getogen in Bremen, vanwege werk verhuisd naar New York, waar zij en haar kinderen te maken kregen met lock-downoefeningen op school. Die zijn ingevoerd na eerdere schietpartijen op diverse scholen in Amerika. De impact die alleen de oefening al had op haar kinderen, bracht haar op het idee van dit boek.


ISBN 9789402700787  | Paperback | 384 pagina's | Harper Collins | januari 2019
Vertaald uit het Engels door Angela Knotter

© Marjo, 17 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Het feest
Dimitri Casteleyn


Van de vijf personages die zich op die speciale avond in het kasteel te Gent bevinden is niet iedereen helemaal vrijwillig aanwezig. Maurits Matthys is de organisator. Hij wilde zijn klasgenoten, vier stuks slechts, nog een keer bijeen brengen, drieëndertig jaar later, voor een soort reünie. Bij een paar van hen heeft hij wat druk moeten uitoefenen, eigenlijk hadden ze er geen behoefte aan elkaar te zien. Of om Maurits te zien misschien. Het waarom daarvan wordt in de loop van de avond duidelijk.


Maurits wordt vijftig, zijn klasgenoten hebben dezelfde leeftijd. Dat zijn Eva, filosofe en docente, Leonie, een aantrekkelijke sensuele vrouw die op dubieuze wijze aan de kost komt, Thomas, een saaie accountant en Jacob, een succesvolle, enigszins arrogante consultant.
De uitnodiging belooft een diner van vijf gangen met bijbehorende wijnen. De gasten verbazen zich over de luxe waarmee Maurits zich omringt. En over dat zesde glas. Is er nog iemand uitgenodigd? Maar wie dan?


‘Als je erover nadenkt, is het op zich toch wel vreemd dat wij met z’n allen drieëndertig jaar lang geen contact meer hadden met onze vroegere klasmakkers. Was het omdat we met zijn allen jaloers zijn op wat Maurits met zijn leven gedaan heeft? Dat hij, die wij het minst kansen toebedeelden en die we tegen wil en dank moesten volgen omdat hij voortdurend in de media kwam, het juist zo voortreffelijk gedaan heeft? Zaten we dan zo fout met onze inschatting? Of waren wij evenveel slachtoffer als Maurits omdat ook wij onder de invloed stonden van Jacob met zijn luide stem?’


Al snel wordt duidelijk dat Maurits iets van plan is. Hij laat de gasten door zijn uitmuntende butler ontvangen. Pierre heeft eerder een grondig onderzoek verricht naar hoe het leven van ieder van de gasten na hun schooltijd verlopen is. Maurits is dus goed op de hoogte, kent de zwakke plekken van zijn gasten.
Als de vier arriveren, worden Eva en Leonie in een andere ruimte ontvangen dan Jacob en Thomas.
Later verandert de combinatie nog een keer op ingenieuze wijze voordat iedereen aan tafel genodigd wordt en ook Maurits zijn intrede doet.

De gasten zitten ieder met een brandende vraag: zij hebben hun gastheer danig gepest in hun schooltijd. Is hij een wraakoefening aan het plannen? Wil hij het verleden recht zetten? We volgen ieder van hen, en krijgen zo inzicht in hun verleden. En het verleden van Maurits.
Natuurlijk is het geheugen een spelbreker. Als vijf mensen dingen beleven zijn er vijf verschillende ervaringen, dus ook vijf verschillende herinneringen. Al zal de grote lijn wel kloppen, kunnen details ideeën grondig veranderen.
Maurits zet zijn plan hoe dan ook door, zodat de lezer een onverwachte wending te wachten staat aan het eind van het verhaal.


Afgezien van die toch wat bizarre wending is het leven van deze vijf mensen erg realistisch. Het verhaal gaat over de interactieve sociale verbanden die hen verbinden, die natuurlijk niet statisch waren. Wat is de invloed van bepaald gedrag op de ander? De spanningsboog van dit filmisch geschreven verhaal is groot, je wordt als het ware meegezogen naar de apotheose.
Het psychologisch inzicht in de personages op zich is boeiender dan het bizarre plannetje van Maurits Mathys.


Dimitri Casteleyn (Tielt, 1966) is een Belgische schrijver, televisiemaker en theaterdirecteur.

Hij studeerde Germaanse Filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Daarna ging hij werken bij de VRT voor een Europees televisieproject.
“Het feest’ is zijn derde roman.


ISBN 9789044635737 | paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Prometheus | januari 2019

© Marjo, 13 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Til mij op met duizend vogels
Sander Kooistra


De ik-figuur is een jongen van misschien 11, 12 jaar. Hij vertelt over zijn leven, eind jaren vijftig, Zeeland, niet ver van Middelburg.
Zijn moeder is opgenomen in een inrichting voor geesteszieken, de jongen weet niet meer dan dat ze in de war is, en opgenomen. Als hij haar gaat zoeken in het ziekenhuis kan hij haar niet vinden. Zijn vader, een veteraan, heeft ook zo zijn problemen, hij drinkt en kijkt eigenlijk niet echt naar zijn zoon om. Dus is de jongen alleen, hij vindt op school ook geen aansluiting bij de anderen.


En de enige leraar die hij een beetje aardig vindt, is net als hij geen Zeeuw. Meester Risseeuw kan heerlijk vertellen als hij in de klas les komt geven Natuurlijke Historie geeft hij. Hij vertelt graag over vogels, en de jongen luistert dan ademloos.
Soms gaat hij naar de boerderij van zijn opa en oma, de ouders van zijn moeder, die wel heel lief voor hem zijn, maar hem evenmin er voor kunnen zorgen dat zijn moeder terugkomt. Iedere dag ziet en/of hoort hij zelf ook een of andere vogel. Misschien kunnen zij hem helpen?


‘Elke dag liep ik naar de slaapkamer van mijn moeder, aan de achterkant van het huis. Dan ging ik op haar bed liggen, mijn hoofd op haar kussen, tot ik de vertrouwde geur weer rook. Dat was genoeg. Daarna knielde ik neer bij het raam, mijn armen leunend op de vensterbank en keek naar buiten om te zien wat zij ook zo vaak gezien had.’


Het verhaal is verdeeld is hoofdstukken met steeds een andere vogel in de hoofdrol. Door de eigenschappen van die dieren vallen de jongen bepaalde gedachten in, ook herinneringen.
De lezer begrijpt dat de relatie tussen de ouders niet zo best is, en de jongen wil natuurlijk niets liever dan dat het weer goed komt. Maar kan hij daar voor zorgen?


Jos Zwarts, een vogeltekenaar, maakt schitterende tekeningen die volledig passen bij de tekst.
Een prachtig klein verhaal over een dromerig kind dat zijn verdriet kwijt kan bij de vogels, een verhaal dat vol nostalgie zit, heimwee naar het Zeeuwse boerenland zoals dat lang geleden was.


Til mij op met duizend vogels stond op de shortlist voor de Zeeuwse Boekenprijs 2018 en werd door de jury verkozen tot Beste Debuut.

http://duizendvogels.sanderkooistra.nl

ISBN 9789082776003 | hardcover | 124 pagina's | Uitgeverij Specht | november 2017
Met vogeltekeningen van Jos Zwarts.

© Marjo, 12 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

De bruggenbouwer
Markus Zusak

‘Als er voor den beginne (in het schrijfproces tenminste) een tikmachine, een hond, en een slang waren, dan waren er in den beginne – elf jaar eerder – een moordenaar, een muilezel en Clay. Zelfs in het begin moet er iemand beginnen en op die dag kon dat alleen maar de Moordenaar zijn. Hij was tenslotte degene die alle gebeurtenissen in hang heeft gezet en door wie wij nu terugkijken.’


Zo begint het indrukwekkende verhaal over vijf broers, die zonder ouders op een niet nader genoemde plek in een alleenstaand huis wonen. In de loop van de tijd hebben ze allerlei dieren verzameld die net als de jongens zelf niet aan regels gebonden zijn.
De oudste is Matthew, degene die het verhaal vertelt. Hij zorgt voor de nodige financiën, de anderen gaan nog naar school. Hoewel ook de andere broers in de loop van het verhaal ‘gevormd’ worden, is dit voornamelijk het verhaal van Clay, de vierde broer. Zijn groei tot volwassenheid vormt de kern en zo maakt Zusak de naam (Clay betekent klei) volledig waar.


De moeder van de jongens is overleden, de vader verdwenen, de jongens voedden zichzelf op. Zij zijn dan tussen de tien en twintig jaar oud. Conflicten worden vechtend opgelost, want al probeert Matthew er een beetje orde in te houden, het is en blijft een wilde bende. Een hechte bende, dat zeker. Met een uitstraling van ‘Kom niet aan een van ons, je krijgt ons allemaal over je heen.’


Vooral van Clay ga je als lezer houden. Hij is een gevoelige jongen – al mept hij er net zo hard op los, misschien nog harder, juist omdat hij meer worstelt met zijn gevoelens dan de andere jongens. Hij heeft een vriendinnetje, Carey, de vrouwelijke toets in het verhaal. Zij is de enige aan wie hij zijn onzekerheden, zijn twijfels, maar ook zijn dromen vertelt. En misschien het loodzware geheim dat hij met zich meedraagt.


Dat verhaal begint ongeveer in het midden. Op het moment dat de Moordenaar het huis binnenstapt, moet nog helemaal uitgelegd worden wat er allemaal vooraf ging. Wie is de Moordenaar? Wat komt hij doen? Hoe reageren de jongens op hem?
Het duurt lang voor de verhaallijn met de bruggenbouwer aan bod komt, omdat het verhaal van dit bijzondere gezin met stukjes en beetjes verteld wordt. Maar uiteindelijk wordt de wirwar van draden eindelijk samengebonden in een stevige vlecht.


Dit lijvige boek zit fantastisch in elkaar. Steeds het heen en weer schieten in de tijd, waardoor er telkens weer een nieuw puzzelstukje op zijn plek valt. Verslavend is het! En prachtige zinnen staan er in, die overigens alleen in de context begrepen kunnen worden.


‘Ze kwam uit de radio geklommen.’
‘Zijn stalen buik ging roesten.’


Een boek dat je vaak kunt herlezen, er zit zoveel meer in dan je op het eerste oog ziet.
Moeilijk is het evenwel niet. Zusak is een rasverteller, hij gebruikt geen moeilijke woorden. Dat zou ook helemaal niet passen in een verhaal als dit. Wel heeft hij er plezier in om te verwijzen naar de klassieke schrijvers, maar om dat te begrijpen hoeft de lezer geen voorkennis te hebben.
Homerus zou vast trots zijn op deze navolger…
De doelgroep is 16+, maar ook voor volwassenen is dit boek een aanrader.


Markus Zusak (Sydney,1975) kennen we van De boekendief, een bestseller uit 2005 die diverse prijzen won. De Bruggenbouwer kostte hem zo’n tien jaar, en was absoluut het wachten waard!


ISBN 9789044355697 | Paperback | 576 pagina's | House of the Books | november 2018
Vertaald uit het Engels door Ellis Post Uiterweer, Anna Post Uiterweer en Renee Zwijsen

© Marjo, 11 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Een oceaan van tijd
Thea Lim


Even een denkoefening:


Stel je voor dat er een ramp gebeurt die meer dan de helft van de bevolking wegvaagt. Tien jaar later is er tussen de overlevenden een slimmerik die een tijdreismachine uitvindt. Handig denkt men: nu kunnen we terug in de tijd om de ramp te voorkomen.
Maar helaas: de tijdsspanne die de machine aankan schiet net tekort, het begin van de ramp is achter de rug en al velen zijn gestorven.
Dan is er een andere slimmerik die bedenkt dat er in het verleden nog wel voldoende werkkrachten waren (die zijn er nu niet meer): ongeschoold  en gespecialiseerd, en die zou je naar de toekomst kunnen halen.
Het is een idee met veel haken en ogen maar het biedt genoeg stof om hier een verhaal van te maken. Thea Lim pakt dat aan in de vorm van een roman.


Er is een pandemie in 1981, waarvoor geen vaccin is. Als Frank besmet raakt, neemt zijn vriendin Polly die nog gezond is een drastisch besluit. Het verhaal speelt in Amerika, waar mensen zelf opdraaien voor hun ziektekosten, hetgeen voor de meeste mensen onbetaalbaar is. TimeRaiser, de organisatie die het tijdreizen uitbaat, biedt een goede ziektekostenverzekering aan in ruil voor het contract. Polly tekent zo’n contract en vertrekt naar 1993. Ze heeft met Frank afspraken gemaakt over hoe ze elkaar weer zullen ontmoeten in 1993. 


‘Ze had de papieren getekend, ze had ingestemd, dus ze had het allemaal aan zichzelf te danken. Ze had het gedaan zonder het gewicht van wat ze deed te begrijpen. Tot op dit moment had de keuze die ze gemaakt zijn ware, perverse aard geheimgehouden: het was onomkeerbaar, en pas achteraf te bevatten.’


Het eerste probleem is dat de organisatie niet zo betrouwbaar blijkt te zijn: het is 1998 als Polly aankomt, en ze schrikt enorm als ze ziet wat er van de wereld geworden is. Wat de Verenigde Staten van Amerika waren zijn nu twee staten, er waren orkanen die de bebouwing hebben vernield en de aarde is vergiftigd.
Polly zit in feite gevangen, ze is niet alleen gebonden aan het contract, zich vrij bewegen door de omgeving lijkt eveneens onmogelijk. Hoe moet ze naar de afgesproken plek komen die in een verboden gebied ligt? 
Leeft Frank nog wel?


De ene dystopie is de andere niet. Behalve dat zo'n verhaal vaak ontaardt in een strijd tussen goed en kwaad, gaat het veelal over een wereld boordevol technologische snufjes waarbij je zo’n wereld makkelijk als bizar en irreëel kunt afdoen. Dit verhaal speelt evenwel voor de lezer in het verleden. Dat is al eigenaardig, een toekomstverhaal in het verleden, maar is nog erger: die toekomst kunnen we ons eigenlijk heel goed voorstellen! Thea Kim schetst een vrij realistisch beeld van een wereld die een totale chaos is geworden. Maar waar mensen mensen blijven, herkenbaar en zeker niet geïdealiseerd. Het is verwarrend.


Maar het is een roman. De kern van het verhaal is de relatie van Polly en Frank. In een andere verhaallijn lezen we over het ontstaan en verloop van hun relatie, in de nog ‘gewone’ wereld. De grote vraag is of de twee elkaar ooit terug zullen zien. En dan? Franks leven moet dan zijn gebruikelijke verloop gehad hebben, en dan is hij wel bijna twintig jaar ouder.
Maar dat is een futiliteit als je leest over de problemen waarmee mensen in 1998 te maken hebben.
Ondanks de vele haken en ogen is het een verhaal dat boeit en verontrust.


Thea Lim(1981) groeide op in Singapore. Ze studeerde aan de universiteit van Houston. Nu schrijft ze onder andere voor Shameless Magazine en The Guardian en geeft ze les aan de universiteit van Toronto.
Deze roman is haar debuut.


ISBN 9789044354409 | paperback | 320 pagina's | House of the Books | december 2018
Vertaald uit het Engels door Marjet Schumacher.

© Marjo, 6 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Vaste grond
Paulette Jiles


1870. Het verhaal begint als een Wild-West film. Je ziet bijna de beelden voor je. De stoffige straatjes, de kleding, de paarden. Je 'hoort' het geratel van de wielen van de huifkarren en postrijtuigen, je voelt de blakerende zon én de dreiging die er soms in de kleine plaatsjes heerst door een overheersend groepje mannen die bepalen wat er wel en niet gebeurt in het gehucht of dorpje.


Een van de twee hoofdpersonages van dit boek is Kapitein Jefferson Kidd (71), weduwnaar, vader en grootvader, oorlogsveteraan uit de Amerikaanse Burgeroorlog en liefhebber van het gedrukte woord. Hij reist door Texas en verdient de kost met het voorlezen van krantenartikelen aan de bewoners van de dorpen en steden die hij aandoet. Hij selecteert nauwgezet de verhalen uit diverse kranten zodat er voor elk wat wils te beluisteren valt. Mensen vinden het altijd prettig als hij komt, het is een soort uitje.
Dit vrije leven bevalt de kapitein goed hoewel de glans er sinds het overlijden van zijn vrouw er wel een beetje af is.


"Een doffe traagheid was in zijn wezen doorgedrongen, als kolengas, en hij wist niet wat hij daaraan kon doen, behalve stilte en afzondering opzoeken. Hij keek tegenwoordig vooral uit naar het moment waarop zijn leessessie erop zat."


Maar dan vraagt Britt Johnson, een vrijgemaakte zwarte slaaf met een eigen vervoerbedrijf hem iets, wat achteraf gezien zijn leven zal veranderen.


"Kapitein Kidd, wilt u even meekomen? [...] Ik heb een probleempje. Het zit in mijn wagen."


Dat 'probleempje' is een verwilderd meisje van een jaar of tien.Ze is gekleed in een jurk van hertenleer zoals de prairie-indianen dragen. Met haar goudbruine haar en helblauwe ogen valt ze op. Maar wat vooral de aandacht trekt is het totale gebrek aan uitdrukking in haar gezicht. 'Haar gelaat had evenveel uitdrukking als een ei'.
De vraag is of kapitein Kidd haar naar haar blanke familie wil brengen in San Antonio, aan de andere kant van Texas. Als zesjarig meisje is ze namelijk ontvoerd door de Kiowa's, een indianenstam. Ze spreekt geen woord Engels alleen de taal van haar stam.


Na enige aarzeling - het zal een lange, gevaarlijke reis van enkele weken worden -  gaat de kapitein op het verzoek in. Het kind krijgt een grondige wasbeurt, een jurk en andere kledingstukken en een paar schoenen, en daar gaan ze... De kapitein noemt haar Johanna. Hij heeft medelijden met haar want hij weet dat ze zich vanaf nu altijd verscheurd zal voelen, ze zal altijd in haar hart een indiaanse blijven ondanks haar blanke afkomst.


Aanvankelijk zit Johanna angstwekkend stil, ze zegt geen woord en haar ogen staan vreemd, in zichzelf gekeerd. Kaptein Kidd is er op bedacht dat ze er vandoor zal gaan, wat ze ook probeert. Maar langzamerhand beginnen ze aan elkaar te wennen en ontdooit de kleine indiaanse een beetje. Zij begint de kapitein te vertrouwen en hij sluit het kind in zijn hart. Hij voelt zich verantwoordelijk voor haar, ze heeft nu alleen hem nog. Hij heeft ook grote bewondering voor haar aanpassingsvermogen en snelle geest en handelen, wat hen overigens beide redt uit een zeer benarde en levensgevaarlijke situatie. In feite dankt kapitein Kidd aan haar zijn leven. Ze vinden samen een vorm van communicatie die goed werkt. Ze hebben maar weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen.


De reis is aangenaam ondanks de akelige ontmoetingen en eindeloze bijna onbegaanbare wegen. De kapitein voelt zijn lethargie verdwijnen, hij heeft weer een doel en verantwoording voor iemand. In feite ziet hij op tegen de dag dat hij haar bij haar familie moet achterlaten, dit vrije kind moet niet in een niet verplaatsbaar huis en een afgebakende leefomgeving wonen, maar hij heeft het helaas niet voor het zeggen, hij zal zijn opdracht moeten uitvoeren. Dat het echter toch nog heel anders zal lopen is voor beiden een grote verrassing.


Als je het boek uit hebt, duurt het even voor je weer teruggekeerd bent in je eigen omgeving. Paulette Jiles weet je bijna letterlijk mee te voeren naar het uitgestrekte land waar kapitein Kidd en Johanna doorheen trekken.
Aanvankelijk leest het verhaal niet soepel, de aanloop is bijna een registratie van gebeurtenissen, er is bijvoorbeeld een vrij uitgebreide uitleg over wapens, maar naderhand begrijp je dat het nodig was voor het verhaal. Ze hebben die verschillende wapens regelmatig nodig juist die diversiteit aan wapens maakt het spannend.
Hoe langer de reis echter duurt, hoe meer je meegezogen wordt in het verhaal dat zich ook langzamerhand steeds meer  toespitst op de onderlinge relatie tussen de twee mensen.

De doorgewinterde oude kapitein, gepokt en gemazeld door zijn oorlogsjaren en zijn mensenkennis dankzij de vele reizen die hij maakte, vormt een prachtige tegenhanger voor het jonge, leergierige, vrijgevochten, soms speelse meisje, dat in hem Konde (opa) ziet en hem Kapiden noemt. Het is knap hoe de schrijfster de voorzichtige band die tussen de twee ontstaat onder woorden weet te brengen. Jammer dat het over is, ik had graag nog wat langer bij ze willen blijven.


ISBN 9789023955535 | Paperback | 224 pagina's (met kaartje van Texas) | Uitgeverij Mozaiek | februari 2019
Mooi vertaald door Jetty Huisman

© Dettie, 5 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Eldorado
Laurent Gaudé


‘Op een paar meter afstand stond een vrouw naar hem te kijken. Roerloos. Met een uitdrukkingsloos gezicht. Ze vroeg niets. Ze glimlachte niet. Ze keek alleen maar vol aandacht naar hem. Hij werd getroffen door de wilskracht die van deze roerloosheid en deze kalmte uitging.’


Commandant Piracci vaart al twintig jaar lang over de Middellandse zee om te voorkomen dat illegale vluchtelingen een voet aan wal zetten in Europa, met name op de Italiaanse kust. Hij heeft kind noch kraai en denkt dat hij zijn pensioen wel zal halen. Dan wordt hij op een dag benaderd door een vrouw, die hij eerder ontmoet blijkt te hebben. Ze was een van de vluchtelingen die hij redde van een wisse verdrinkingsdood. Hij herinnert zich dat ze daar helemaal niet blij mee leek te zijn.


Nu vertelt ze hem haar verhaal: hoe ze op zoek was naar geluk, ergens in Europa toen de kapitein en zijn bemanning de boot verlieten en daarmee de vluchtelingen aan hun lot over liet. Zonder eten of zelfs maar water stierf de een na de ander, tot de overlevenden opgepikt werden door het fregat van Salvatore Piracci. De vrouw leefde, maar nu vertelde ze dat haar kind gestorven was onderweg. En de doden werden overboord gegooid.


Het verhaal schokt de commandant, maar haar verzoek overdondert hem: ze vraagt hem om haar een wapen te geven. Ze wil terug naar waar ze vandaan komt, Beiroet, om daar de mensensmokkelaar te vermoorden.
Komt het door het verhaal van deze vrouw dat het hem nu na twintig jaar te veel wordt?
Hij neemt een drastisch besluit.


Een andere verhaallijn gaat over twee broers die besluiten Soedan te verlaten. Daar is honger en armoe. Ergens ver weg moet een land liggen waar een toekomst voor hen is. Ze gaan op pad, om met de hulp van mensensmokkelaars via Libië naar Europa te reizen.


'Het liefst was ik in lachen uitgebarsten. Een in elkaar geslagen man en een kreupele op weg naar Algerije, Marokko en Spanje. Zonder bagage. We zijn twee schertsfiguren die de oneindige wereld gaan bestormen. Zonder water. Zonder kaart. De vogels de over ons heen vliegen zullen ons uitlachen.'


Beide verhalen vertellen een deel van de mensonterende reis die vluchtelingen maken, in de hoop dat zij het ergens op aarde beter zullen krijgen. Ergens in Europa zal werk voor hen zijn, kunnen ze wonen, en een leven opbouwen. Een Eldorado.
Zoals de lezer verwacht zullen de wegen van de Italiaan en de Soedanees elkaar kruisen.


Dit is een verhaal dat geen hoop biedt. Het is een schokkend, en - helaas - realistisch relaas. Het laat zien wat er met een goed mens kan gebeuren die zoveel jaren ‘hulp biedt’ aan mensen die een uitweg zoeken uit hun ellende. Die hulp betekent in werkelijkheid niet meer dan een van de regen in de drup helpen. Ze worden immers naar een detentiekamp gebracht om later weer uitgezet te worden. 
Je zou de ontknoping vergezocht kunnen noemen, maar tegelijk is het best aannemelijk. Een positief einde is ten enenmale onmogelijk na een verhaal als dit.


Laurent Gaudé is naast romancier ook toneelschrijver. Voor De dood van koning Tsongor kreeg hij de Prix Goncourt des lycéens en de Prijs van de Franse Boekhandelaren. Voor Onder de zon ontving deze jonge auteur de belangrijkste Franse literaire prijs, de Prix Goncourt.


ISBN 9789044510515 | hardcover | 220 pagina's | Uitgeverij De Geus | maart 2008
Vertaald uit het Frans door Jan Versteeg

© Marjo, 28 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Loslaten in liefde
Thea van Dijk

 

Marijke zit vast in een verstikkend huwelijk, als Pieter, haar man, naar zijn werk is heeft ze rust, maar zo gauw het tegen de tijd loopt dat hij thuis zal komen, controleert ze of alles in orde is en slaat de angst en verkramping toe. Als hij thuis is, is ze zo stil mogelijk want hij heeft een hekel aan 'ongewenst' geluid.


"Ze voelt een grote, niet te overbruggen afstand. Ze leefden in twee verschillende werelden en ze kon hem niet meer bereiken, hoe ze haar best ook deed. Het leek of alles hem irriteerde. Ze begreep er niets van, niet van hem, en de laatste jaren ook weinig meer van zichzelf.
Boosheid, woede-uitbarstingen en verwijten, dat was alles wat ze van hem hoorde. Hij had haar van zich afgestoten, maar ook veel mensen om hen heen, er kwam bijna niemand meer over de vloer."


We lezen hoe dit huwelijk begon, de charmante en welbespraakte Pieter (34) maakte er haast mee. Al bij de eerste afspraak vertelt hij haar wat zijn bedoelingen zijn. Hij wil weten of Marijke 'zijn toekomstige levenspartner' bereid is zijn twee zonen te accepteren. De totaal verblufte Marijke (27) weet niet wat haar overkomt. Ze kennen elkaar net! Ze wil het liever langzaam opbouwen. Maar Pieter wil zijn tijd niet verspillen aan iemand die geen serieuze bedoelingen heeft. Ze geeft een diplomatiek antwoord wat Pieter aanvaardt. Vervolgens vertelt hij over zijn leven en dat er al zo lang geen rustpunt is in zijn leven. Dát raakt Marijke, zou zij dat rustpunt voor hem kunnen worden?

Al snel trekt Pieter bij Marijke in, opnieuw walst hij in feite over haar tegenstribbelingen heen. Ze wil toch zeker geen latrelatie? Het gaat toch goed tussen hun? Dus waarom niet? Maar echt blij is Marijke niet, het gaat te snel. Toch hebben ze het leuk samen. Pieter is zichtbaar blij met haar goede zorgen en daar geniet Marijke weer van. Hij vertelt Marijke over zijn ellendige jeugd, een vader die onverwacht vertrok, een moeder met rare vriendjes... Marijkes hart loopt over, hij was een eenzame ziel geweest...  Maar Marijkes moeder vraagt of Pieter iets mankeert en of ze wel gelukkig is met hem. Natuurlijk is ze dat! roept ze verontwaardigd.


Toch komen er langzamerhand barstjes in Marijkes onvoorwaardelijke liefde voor Pieter. Het schokt haar hoe liefdeloos hij over zijn eerste vrouw praat, ze zag helemaal niet hoe goed en geweldig hij was, ze had zelfs het lef gehad te vragen of hij weer zo lief en aardig kon zijn zoals in het begin! Ze begon commentaar op hem te krijgen! Dat kon natuurlijk niet.


Pieter drukt ondertussen steeds meer zijn stempel op Marijkes leven, vrienden heeft hij niet, zij wel, maar ook die blijven steeds vaker weg, het botert niet tussen Pieter en haar vriendinnen, hij vindt ze ook niet leuk. In feite vindt Pieter heel veel niet leuk, mensen niet, dingen niet en vooral niet als er commentaar op zijn doen en laten is. Dan wordt hij woedend en draait het zo dat Marijke zich steeds opnieuw schuldig voelt over het feit dat ze die dingen gezegd had.
Als Marijke zwanger lijkt, wordt er tussen neus en lippen gezegd dat ze dan zullen trouwen, hij wil geen onecht kind. Enige romantiek is ver te zoeken...  Ook als er geen kind blijkt te komen, wordt er toch getrouwd, natuurlijk in alle stilte, al die poeha hoeft voor hem niet.


Pieter begint zich steeds dominanter te gedragen, zijn visie is de juiste en niet anders. Hij kleineert en controleert Marijke en zij vindt het steeds lastiger om mee om te gaan. Maar het moeilijke is dat hij ineens ongelofelijk lief en attent tegen haar kan zijn en dan is hij weer precies de man waar zij aanvankelijk op viel en dan laait de hoop dat alles goed komt toch weer op.


We lezen over de 25 huwelijksjaren van Marijke en Pieter, jaren die steeds moeilijker worden voor Marijke maar toch blijft ze in Pieter steeds de kleine jongen zien die zo vreselijk een warm ouderlijk nest miste. Nog steeds verdedigt ze hem en nog steeds wil ze zijn rustpunt zijn, hoewel de rust inmiddels ver te zoeken is. Ze hebben inmiddels twee kinderen en ook zij zien hoe hun ouders worstelen met de omgang met elkaar. Marijke weet dat, ze probeert het gezellig te houden maar dat lukt niet altijd.


Uiteindelijk breekt de dag aan dat ze beseft dat het zo niet verder kan, ze móet weg, ondanks dat ze ondanks alles toch nog om hem geeft. Maar op welke manier moet ze dat aanpakken, zal het uberhaupt wel lukken om uit de dominante omgeving van deze veeleisende, controlerende man te komen?


Dit bovenstaande lijkt op één lange klaagzang, maar het knappe van de schrijfster is dat ze er juist geen emotioneel drama van heeft gemaakt. Het is nu bijna een registratie van een huwelijk waarin één partner de ander totaal overheerst. Soms verstrijken de jaren wel heel snel, maar dat maakt wel dat het geen eindeloos herhalen van gebeurtenissen rond Pieters gedrag wordt.


Gelukkig loopt het boek ook niet af met een nieuwe vriend voor Marijke met de eindregel 'en ze leefden nog lang en gelukkig'. Dat zou het hele verhaal teniet doen. Dat zou te makkelijk zijn na alles wat er is gebeurd in dat huwelijk waar Marijke uiteindelijk toch innerlijk beschadigd uit is gekomen.
Nee, het is een verslag van de innerlijke zoektocht van Marijke, o.a. wat haar eigen aandeel in dit mis gaan van het huwelijk was en wat er voor andere invloeden meespeelden. Marijke doet diverse over haar zelf verbijsterende ontdekkingen en de confrontatie met zichzelf is regelmatig behoorlijk pittig. We lezen, eveneens zonder drama en sentimentaliteit, hoe ze met vallen en opstaan haar eigen leven weer in de hand probeert te krijgen en hoe het haar uiteindelijk lukt tevreden met zichzelf en haar leven te zijn.
Kortom, een indringend verhaal dat je bijblijft!


ISBN 9789463651219 | Paperback | 199 pagina's | Uitgeverij Elikser | februari 2019

© Dettie, 28 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Het weesmeisje
Anne Jacobs


Augsburg 1913
Al vanaf de eerste dag dat het weesmeisje Marie zich aanmeldt als keukenmeid bij het landhuis van de familie Melzer weet je dat zij anders dan de rest is. Marie is niet onderdanig, ze weet wat ze wil maar kent ook haar plek.


Die eerste dag ontmoet ze voor de deur ook het grootste deel van het gezin Melzer bestaande uit moeder, de adelijke Alicia Von Maydorn, de textielfabrikant Johann Melzer en hun kinderen Paul, Elisabeth (Lise) en de jongste, de achttienjarige Katharina (Kitty). De kinderen zijn erg verschillend van aard.


Paul is een opgewekte jongen die studeert in München, zijn studentenleven bevalt hem wel. Elisabeth is een rustig, standvastig meisje, iets gezet, niet heel aantrekkelijk. Kitty daarentegen is beeldschoon, betoverend zelfs, en wisselt per uur van stemming. Dit jaar zal ze debuteren tijdens het balseizoen.Gezien haar uiterlijk vreest Lise dat Kitty's schoonheid haar kansen teniet zal doen. Het jaloerse angeltje begint te prikken... Maar Kitty zal iedereen nog versteld doen staan!


Paul merkt de knappe nieuwkomer onder het personeel onmiddellijk op en voelt zich gelijk zeer tot haar aangetrokken, maar hij niet alleen. Ook de creatieve Kitty is onder de indruk van de schoonheid van Marie en vraagt of zij model wil zijn voor haar schetsen en tekeningen. Daardoor ontdekt ze dat Marie ook kunstzinnig is en eveneens prachtig kan tekenen en ontwerpen. Kitty wil Marie steeds in haar buurt hebben en beschouwt haar al snel als vriendin.
Vader Johann Melzer ziet deze ontwikkelingen tussen Marie en Kitty met lede ogen aan. Er is in het verleden iets gebeurd met de ouders van Marie waarvan hij niet wil dat het ontdekt wordt. Maar Marie is snel van begrip en vermoed iets waardoor ze zelf op onderzoek uit gaat.


Ondertussen is Marie ook bezig haar draai te vinden in de onderste regionen van het landhuis. Ze kan goed opschieten met al het overige personeel, op één vrouw na, die erg op haar eigenbelang uit is en ook voor de nodige problemen zorgt. Maar als ze door Kitty tot haar kamenierster benoemd wordt, zet dat kwaad bloed bij enkele leden van het personeel.
Bovendien voelt Marie de blikken van Paul Melzer steeds op haar rusten en hij is haar zeer sympathiek, maar ze weet dat er niets goeds uit voort kan komen dus probeert ze de wijste te zijn. Ze weet dan nog niet van hoeveel invloed ze zal zijn op Pauls beslissingen voor zijn toekomst en eveneens is ze onwetend over het feit dat haar verblijf in het landhuis grote gevolgen voor de hele familie Melzer zal hebben...


Ziehier de ingrediënten van het verhaal. Eigenlijk weet je al vanaf het begin waar het uiteindelijk toe zal leiden, alleen niet hoe. Er zijn veel turbulente verwikkelingen zowel bij het bedienend personeel als in het gezin Melzer. Het is goed dat als rode draad het geheim van Johann Melzer door het verhaal loopt anders werd het wel heel erg romannetjesachtig. Kitty zorgt ook voor de nodige reuring in het verhaal maar verder is het een beetje braaf en voorspelbaar verhaal. Zelfs de onmiskenbare aantrekkingskracht tussen Marie en Paul is niet écht spannend. Er had veel meer in kunnen zitten. De personages hadden beter uitgediept kunnen worden.
Af en toe is het woordgebruik ook niet echt passend voor de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Of dat aan de vertaling ligt of de schrijfster is natuurlijk niet te zeggen.


Downton Abbey in Augsburg lezen we op de cover. Dat is wel te hoog gegrepen, dit boek mist de verfijning en uitgesproken karakters die de mensen in Downtown Abby wel hebben. Kortom, deze roman leest lekker weg maar laat geen blijvende indruk achter.


ISBN 9789401610117 | Paperback | 511 pagina's | Uitgeverij Xander | januari 2018
Vertaald door Sylvia Wevers

© Dettie, 22 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER